vrijdag 31 augustus 2012

Sensus Irrealis

Voor me ligt een prachtig boek van Jan Oegama met de titel 'De stille stem. Niet-weten als levenshouding.' Een boek met rijke citaten en verwijzingen naar zowel religieuze als seculiere stromingen. Het lijkt een compacte compendium van het Stille Zijn (Tolle e.a.). Eén van de weinige juweeltjes van Nederlandse hand in de spirituele literatuur zonder spiritueel te willen zijn. Het is bijzonder rijk aan eenvoud en bewustzijn van de diverse dagelijkse als overstijgende bewegingen die eigenlijk allemaal 'varen op één golf' en dat is dat zowel fysieke als overstijgende ervaring van verbinding begint met de 'Stille stem' het niet weten als levenshouding.

Niet doorgronden

Het trachten te begrijpen van wat Jan Oegema bedoelt, is eigenlijk een les in loslaten. Loslaten van kennis zonder het te moeten. Het weten, een verzameling van cognitieve, en potentieel reproductieve, kennis, laten gaan als een mogelijke illusie, zonder dat je dit doet vanwege een externe prikkel dat wordt weergegeven door anderen dan  jezelf, is een universele les in het niet-weten. Terecht zoals de titel zegt, een levenshouding. 

Hoe moeilijk dit is, blijkt telkens weer als we met anderen, of in enige mate, met onszelf, in gesprek zijn. We zijn in conversatie met gedachten die op zoek lijken te blijven naar een verleden. De bron van kennis. Niet eens zozeer wat we zelf hebben ervaren, maar wat anderen voor ons hebben vertaald in zinnen waardoor we ons ermee kunnen identificeren. Gedachten en beelden van onszelf zonder dat deze uit onszelf voortkomen dan een reproductieve geest.

We trachten telkens die gedachtestroom te volgen en te doorgronden. Volgens sommige filosofen trachten wij dit juist niet te doen. Het doorgronden. En vanuit de cognitieve logica hebben ze gelijk. Maar daar gaat het Jan Oegema niet om, als hij al een doel heeft met zijn boek, dit te willen bereiken.

Bewustzijn van het onwaarschijnlijke

Een voorbeeld hiervan is dat hij in zijn boek de term 'sensus irrealis' dat hem berooft van de mogelijkheid werkelijk te geloven in verklaringen, in welke origine dan ook. Hij ziet verklaringen in het beste geval als deugdelijke beschrijvingen of aansprekende verbeeldingen, nooit meer dan dat. Het blijkt ook iets te zijn als niet slechts iets van vandaag, maar is ogenschijnlijk al iets dat eeuwen meegaat als een besef. Een bewustzijn van het onwaarschijnlijke zoals ik het hier maar tracht te duiden. Een beweging dat inderdaad eerder een deugdelijke eenvoud wil raken dan een eeuwig en gefixeerd beeld van, zo is het.

Het interessante is, dat het iets in alle religies en bewustzijnsbewegingen voorkomt. Of het nou een diepgaand gebed in stilte is, of een meditatie, een retraite of een activiteit van mindfulness of een bewuste beweging in verbondenheid met het Zijn. Het is uiteindelijk een bewustzijn van het onwaarschijnlijke dat ons voert naar een non-duale levenshouding, zonder dat wij die bewust inzetten.

Bang voor de onrust van de stilte

Veel mensen hebben angst voor de stilte. Niet zozeer het afwezig zijn van geluid maar het aanwezig zijn van iets dat zich lastig laat vangen in een woord of beeld. Men wordt er over het algemeen onrustig van. Niet zozeer door het afwezig zijn geluid maar doordat het bewustzijn de rust van zichzelf een werkelijkheid in zich draagt dat er een realiteit is dat verder gaat dan slechts twee dimensies van aanwezigheid. Een zeker bewustzijn zonder gedachten. Een ruimtelijk bewustzijn van het Zijn. Aanwezig zijn. Het stille zijn zoals ook Eckhart Tolle dat vertaalt, als hij 'spreekt' over de stille stem zoals ook Jan Oegema dat verwoort. Eckhart Tolle verwijst nog naar een ander feit dat bewustzijn een beweging naar vorm is. Als je bewust wordt van de stilte van de natuur wordt je automatisch stiller. Maar velen ervaren dit bewustzijn als een irritatie van het vormloze. Dat verwijst dat velen verslaafd zijn geraakt aan vorm; aan duiding en duidelijkheid. Een essentie naar de scheiding der machten. Terwijl zowel Oegema als Tolle verwijzen naar dat wat in werkelijkheid plaats vindt, geen scheiding van het vormloze en vorm bestaat, zo raakt het concept van dit bewustzijn, dat volgens hen niet bestaat, de realiteit van Nu. En met deze 'ver-wijzing' raakt menigeen het pad bijster. De meeste mensen raken geïrriteerd door deze uitleg van bewustzijn. Het al uitdijend en krimpend en ruimtelijke bewustzijn inplaats van het object bewustzijn als realiteit waar de meeste mensen naar op zoek gaan als het over deze vorm ofwel immaterie gaat. Het is een les in  het kunnen loslaten. In zekere zin is het een analogie naar vormen en beelden versus het vorm-en beeldloze dat je naar een diepte brengt, een manifestatie, dat zich losweekt van het persoonlijke, en tegelijkertijd zich verbindt met het vormloze zijn.

Menselijk 

Het interessante van Oegema zijn boek, is dat hij niet alleen, en zozeer, spirituele en religieuze scholen en stromingen aanhaalt, maar ook put uit puur menselijke beleving en de zoektocht van mensen naar dit bewustzijn en hun worsteling daarmee. Ook het Gods bewustzijn krijgt in Oegema zijn boek een andere inhoud. Omdat het loskomt van beeldspraak gebaseerd op historische artefacten of ideeën, maar op zoek gaat naar de manifestatie zoals hierboven beschreven. Het is bijna vloeken in de kerk van dogmatische christenen maar ook van klinische wetenschappers. Want het bewustzijn is een hersenfunctie en geen bewustzijn. Met andere woorden, we maken het bewustzijn in-plaats dat we daar deel van uitmaken. Het interessante is, dat als je in een staat van meditatief bewustzijn zijn was door het voorgaande, je nu wakker bent geworden omdat we een bepaald veld van het bewustzijn betreden. Het ik in een vorm. Het vormgegeven ik door ogenschijnlijke feiten van de 'harde' wereld van bewijsvoering. Vormen. Maar wil je dit trachten vast te houden, dan verlies je het bewustzijn van onwaarschijnlijke. Wellicht inderdaad een irreële bewustzijn van het vormloze, maar even werkelijk als het vormende.

Tot slot

Zonder de inhoud van Jan Oegema's boek te verklappen geeft zijn laatste hoofdstuk of samenvatting de essentie van zijn zoektocht in zijn boek, namelijk: 
Zo zal menige lezer al lang hebben bevroed dat dit boek een verzwegen boek in zich draagt, een boek dat ik niet geschreven krijg, zelfs al zou ik willen.
En zo'n einde aan een positief kritisch boek over de stille stem is niet alleen passend maar geeft ook een menselijk karakter aan dit onderwerp dat maar geen onderwerp wil zijn. Maar een zoektocht naar het bewuste zonder dat men hoeft te zoeken maar kan zijn door je niet langer te identificeren met je gedachten maar je te bevrijden van vaststaande vormen en logica. Maar je bewust te zijn van de dimensie van het verschil en toch dezelfde te zijn zonder manifest verlangen om jezelf te verantwoorden als persoon van gevormde beelden. Leven in de realiteit van een tijdloze dimensie die een zekere absolutie in zich heeft, zonder deze te dragen. Een sensus irrealis.

maandag 13 augustus 2012

Opgestaan plaats vergaan?

Het is soms handig om zogeheten ezelsbruggetjes te gebruiken om dingen te duiden in het systemische werk. Eén daarvan is de Positie, Rol en Plaats (PRP) of Positie, Rol en Locatie (PRL).

De reden waarom dit handig is als toetssteen in sommige situaties is om te kijken waar onbalans optreedt en waarom.

Positie

Bij positie wordt in het systemisch werk vaak verwezen naar de ordening. Eén van de drie (BOB's) Ook wel de 'natuurlijke' ordeningsprincipes genoemd. Zoals bijvoorbeeld dat wat eerst komt, bijvoorbeeld in families, bij de rangordening van oudere broers en zussen ten opzichte die later komen, maar ook in werkrelaties, met collega's die langer werkzaam zijn dan de nieuwkomers. In de meeste gevallen wegen de collega's van oudere leeftijd en ervaring, vanwege deze positie sociaal zwaarder in samenlevingscontexten. Niet te verwarren met competentie en vaardigheden. Daar komen we zo op bij de Rol (R). Maar het is dus in veel gevallen van groot belang de posities in ogen te houden en hun historie. Ook met het oog op respect en wederzijdse verstandhoudingen. Ik weet, dat het, met name in de Noordwestelijke Europese cultuur, niet meer zo gewoonlijk is om te denken in collectieve dynamieken zoals in Zuidoost Azië, maar het is goed op de positie van iemand te bekrachtigen en 'respect' te hebben voor die positie die iemand bekleed. Niet in de zin van meer of minder, maar de (h)erkenning van de kwaliteit die een positie met zich mee brengt. Maar elke positie, creëert een andere dynamiek en gaat gepaard met een zekere erkenning en legitimatie. Daarin onderscheid het zich van de Rol. 
Een directeur die al jarenlang werkzaam is voor een bedrijf die plots wordt vervangen door een interim directeur zal een plaats achterlaten. Ook al is de persoon weg, de positie is in deze niet werkelijk vrij om in te nemen. Ondanks dat de interim directeur de positie van de voormalige directeur inneemt zal hij/zij op geen enkele wijze deze man/vrouw kunnen vervangen. Niet alleen de mens achter de positie maar ook de positie in de organisatie niet. Ook al lijkt dat mentaal vaak wel zo te worden ingevuld.
Rol

Dan komt de rol. Iedereen heeft een rol. Al is die niet voor iedereen duidelijke en altijd transparant, maar iedereen heeft een maatschappelijke, zo het uitkomt, een sociaal-economische rol. Soms krijg je een rol toebedeeld uit hoofde van je functie. Maar soms zijn deze minder vastomlijnd en duidelijk aangegeven. Want welke rol heeft de oudere zus ten opzichte van een jongere. Deze is niet zozeer functioneel omschreven maar eerder sociaal ingebed binnen de familiaire context. Maar soms neemt iemand een rol op zich omdat hij/zij zich verantwoordelijk voelt zonder dat hij of zij de positie heeft gekregen of gevraagd is deze te vervullen. Maar elke invulling van een rol, creëert een andere dynamiek en komt vanuit een andere bron.
Een weggevallen moeder wordt niet zelden door een oudste dochter opgevangen ondanks het feit dat ze de positie van moeder niet heeft noch ooit zal kunnen innemen.
Plaats en/of locatie

De plaats en/of locatie waar de positie en rol haar invulling krijgt is van uitermate van belang in het effect wat het sorteert op zowel de 'drager/uitvoerder' van de positie en rol, maar ook de wijze waarop de omgeving daarmee omgaat. Een indringend voorbeeld komt vaak voor bij geëmigreerde families.
Families die bepaalde gebruiken gewoon zijn in de eigen (volksgeaarde) context zullen ervaren dat de reacties en het automatisme van de omgeving die deze gewoonten herkennen en valideren wegvallen bij emigratie. Met name voor de kinderen is dit vaak een zware transitie. Niet alleen omdat zij de eerste generatie zijn die nieuwe eigenschappen en vaardigheden moeten leren eigen maken, maar ook omdat zij plotseling, vanwege hun verbinding met de voor hen nieuwe culturen, vaak de eerste zijn die de taal en gebruiken eigen maken en zodoende de rol krijgen van de vertaler en de positie van de meer volwassene in de familie. Een positie en een rol die de verhouding voor zowel ouders als kinderen in onbalans brengt.
Daarom is het werken met PRL in kader van Binding, Ordening en Balans een werkzame aanvulling om de druk of onbalans in relaties te traceren en de plaatsen van overdruk en dus stress te kanaliseren.

dinsdag 24 juli 2012

To be, is aanwezig zijn

Steeds vaker vragen mensen mij hoe je als begeleider van opstellingen het beste kunt voorbereiden. Ik vind dit altijd een wat lastige vraag. Want in essentie kun je je niet echt voorbereiden. Sommige opstellers doen dat wel. Die vragen van te voren van deelnemers biografieën of een levensloop beschrijving te maken. Ik kan mij dat ergens wel voorstellen. Het gevaar daarvan echter is, dat je als je deze kennis van te voren allemaal opneemt, niet meer ontvankelijk bent op het moment dat de opstelling haar eigen werking laat zien en dit niet past binnen het beeld dat het geschetste levensloop in eerste instantie heeft opgeroepen in de 'projectie' die de opsteller dacht te kunnen hanteren. Met andere woorden, je moet het durven toe te vertrouwen aan het moment.

Intuïtie of kennis?

Maar wordt dat dan niet een soort 'intuïtieve vorm van werken ?' Dat lijkt vaak wel zo. Maar je moet als begeleider van opstellingen wel weten hoe bepaalde dynamiek passen en kunt plaatsen in de context van de cliënt die de vraag heeft ingebracht. In zekere zin moet je thuis zijn de anatomie/grammatica van gezins-en familiedynamieken en hoe historie uitwerkt op zowel de personen als individuen maar tevens als actor in de context van een sociaal systeem. Een emotionele context. Die zijn uiting vindt in het hier en nu. De presente tijd. Om dit te kunnen navorsen is een diepgaande studie naar menselijke ontwikkeling, motivatoren en haar uitwerking op de betrokkenen van groot belang. Daarom zijn goede opstellingsopleidingen niet alleen een must maar ook een noodzaak. Maar daarover meer in een volgend schrijven.

Innerlijke houding

Terug naar de kwaliteit van de opsteller, ofwel de opstellingsbegeleider. In essentie gaat het om de innerlijke houding. De wijze waarop het eigen innerlijk bewustzijn van de opsteller synchroon loopt met dat wat de cliënt of zijn/haar systeem ten diepste in staat is, of de wil heeft om ermee te werken zonder de neiging te hebben het te willen overnemen of als expert op te treden. Deze benadering lijkt een contradictie te herbergen. Aan de ene kant wil je de cliënt ten dienst zijn maar aan de andere kant is dat niet mogelijk als er geen werkelijke opening is om te kijken naar de werkelijke vraag. Dat kan wel eens een andere zijn dan de cliënt zelf geformuleerd heeft of er niets gebeurt in de opstelling of in de voorfase. Bijvoorbeeld bij het interview.

Daarom is een 'systemische diagnose' van groot belang en de ontwikkelde waarnemingskwaliteiten van de opstellersleider. De belangrijkste kwaliteit is die van terughoudendheid. Het niet willen 'verbeteren', ingrijpen of repareren, maar daar waar nodig slechts een aanwijzing geven waar ruimte zit.

Om dit te kunnen is wellicht een basishouding van belang die eigenlijk overal over de hele wereld bekend is maar die de meesten van ons zijn verleerd in de hectiek van het dagelijks leven. Namelijk die van het stille zijn. Niet zozeer de stilte van het zijn - zonder geluid - maar meer het kunnen voelen dat er geen 'drive' ofwel beweging is van het willen. De grote rationele wil die meestal wordt gedreven door verholen, onverwerkte en ook onbekende emoties. Voor een pragmatisch voorbeeld verwijs ik hierbij - zonder oneerbiedig te willen zijn naar mijn collega's in het veld - naar het werk van Cesar Millan. Beter bekend als de 'Dogwhisperer'. Meer dan eens is mij opgevallen dat Cesar Millan, zonder dat hij het systemisch werk waarschijnlijk kent, vaak dezelfde principes gebruikt, die niet allen bruikbaar zijn maar op een relatieve eenvoudige wijze tonen dat de houding van het benaderen 'wonderen' kan verrichten. Eén van zijn belangrijkste aanwijzingen is die van de 'Calm assertive mind'. Het aanwezig zijn zonder te forceren of te willen. Mind kan in deze ook vervangen worden, zoals hij dat zelf ook vaak doet, in een 'state' een staat van bewustzijn. Om als goede 'begeleider' te kunnen werken.

Een universeel beginsel

Zonder de eerbied en diep verrijkende kwaliteit van het opstellen te willen aantasten, zijn dergelijke 'inzichten' uit een ogenschijnlijke andere wereld dan die van het systemisch werk en opstellen een verrijking en helpt het anderen en ons, om ook in deze wat abstracte wereld van het systemisch werk en opstellingen, heel nuchter te kijken en te ervaren hoe men daadwerkelijk kan werken met universele principes van het Zijn.

Mocht u hier nou niet door zijn aangesproken dan is het werk van Eckhart Tolle en zijn 'retreat in Findhorn'  wellicht meer van toepassing. Want ook Eckhart Tolle spreekt over het (Stille) Zijn. Hij spreekt net zo min over 'silence' (stilte) dan ik hier doe. Tolle benadert het ook vanuit het Zijns - present zijn - principe en gebruikt hiervoor 'stillness' als leidraad. In essentie verwijst het naar het zelfde.

Maar ook het Taoïsme kent dit principe zonder dat het een specifiek een naam heeft gegeven. Het spreekt eerder van dat wat is; het uitgangspunt van mijn voormalig leraar Wolfgang Könighaus die werkte naar dit principe en dat deed door middel van 'Wu Wei'

In staat van aandacht

De essentie voor het systemisch werk en opstellingen is vanwege het bovenstaande een 'reversed sense' van het gewoonlijke dat we gewend zijn. En dat gaat niet zonder oefening en steeds opnieuw trachten om dat eigen te maken, te werken zonder dat te moeten willen. 'Back to Stillness' met een Calm assertive state of being. To be or not to be is in deze, ten diepste aanwezig te willen zijn. Overgave in volledige ontspanning.

© AlfaOmnia

maandag 16 juli 2012

Systeem Theorie of Systemisch Werk ?

Er is veel onduidelijk over de oorsprong van het gebruik van het woord systemisch in de wereld van opstellers en systemisch werkers. Maar wie zich enigszins verdiept in de achtergronden in de belangrijkste grondlegger van het familieopstellen in Europa, Bert Hellinger, komt er al gauw achter dat het eigenlijk een taalkundig residu is van wat uit de Heidelbergse School (filosofie en psychotheraptie), de Contextuele therapie en Systeem theorie van Ivan Boszormenyi Nagy is blijven plakken en eerder als een overblijfsel, ter verduidelijking dat de benadering ervan te maken heeft met systemen, dan een opzettelijk en doelgerichte benaming zou betreffen.

Het grote verschil met de gebruikelijke ideeën en opvattingen rondom de Sociale Systeemtheorie, de sociaal psychologische systeemtheorie en de Systemische benadering-de activiteit bij familieopstellingen-is wat de oorspronkelijke benaming het al aangeeft. Het betreft met name theoretische en analytische kaders vanwaaruit mensen en objecten worden bekeken en benaderd. Het systemische principe verwijst veel eerder naar de bewegende en steeds veranderlijke reacties van de mensen als onderdeel van een tevens bewegend sociaal systeem. De contextuele systemische benadering. 

Het werkelijke verschil dat in zekere zin ontstond tussen Hellinger zijn benadering en die van Nagy en zijn volgelingen, is dat de contextuele therapeuten het met name zochten en zoeken in de relatief veilige kaders van de Contextuele theorie zonder zichzelf te beschouwen als ongezien onderdeel van het systeem van de cliënt waarbij de scheidslijn en hun effecten van de interventies of behandelingen met name de relatie als arts patiënt tot gevolg hadden. Met een duidelijk afgebakend terrein en repetitief karakter. 

Systemisch Werk

Zonder aan deze verhouding afbreuk te willen doen, gaat het met systemische werk zowel een stap verder als terug. Hellinger beschouwt het systemische eerder als het besef van iets groters dan slechts het lichamelijke-de representatie van het subject als zichzelf-dat deel uitmaakt  van iets wat buiten het individu plaats vindt. Hij noemt dat letterlijk 'het in dienst zijn genomen van iets groters'. Met deze uitspraak trachtte hij te duiden dat de klassieke (Heidelbergse School etc) uitgaat dat de persoon wel is opgehangen aan een groter sociaal systeem maar daar in wezen een vrije positie en rol inneemt maar verwikkelt is geraakt in een niet duidelijk communicatief systeem. Door deze te ontwarren zou de persoon daardoor een gezondere ontwikkeling doorgaan.

Wederzijdse afhankelijkheid

Het systemische echter benadert de vraagstukken zowel vanuit structuren als de ongeziene wederzijdse afhankelijkheid van de leden van een (familie/organisatie)systeem. Deze reageren vanuit drie (BOB) basisprincipes dat voor elk systeem van belang blijk te zijn.
  • Binding (Het 'primair effect' tot het systeem te behoren) 
  • Ordening (De positie en hiërarchie in systemen)
  • Balans (Het evenwicht in de transactie. Over geven en ontvangen)
De oorspronkelijke systeemtheoretische benadering, onder andere voortgekomen uit de contextuele therapie, richt zich met name op de psychologische gesteldheid van de cliënt terwijl de systemische benadering ook de nadruk legt op het lichaam als transponder van het systeem. Met andere woorden gaat het bijvoorbeeld bij het (familie)opstellen ook om de fysieke representatie en de informatie die daaruit voortkomt dan alleen de psychologische analyse van de vraagstelling.
Je zou kunnen spreken van een meer en directe lichaamsgerichte wijze van werken. Waarbij de toegepaste fenomenologie op dit werkveld tot de volgende conclusie is gekomen. Namelijk dat menselijke interactie en reactiepatronen, tevens mede voortkomen uit volgende drie (BHL) andere principes.
  • Binding (De (primaire) binding, bijvoorbeeld die tussen moeder en kind.)
  • Hechting (De mate en wijze van (fysieke) affectiviteit die zich ontwikkeld heeft in de diverse ontwikkelingsstadia van de mens.) 
  • Loyaliteit (De (cognitieve) wijze waarop men vertrouwen en trouw vertaalt in een bewuste transactie van een band met de ander.)
Ziel

In het tijdperk van vergaand wetenschappelijk onderzoek is het idee van een ziel, tot voor kort nog gezien als een religieus artefact, eigenlijk verdwenen. Terwijl het oorspronkelijke gedachtegoed van de psychologie zich daarop gevestigd had, is het van een vorm van geesteswetenschap richting gedragswetenschap gegaan en verankert het zich nu stevig in het hersenonderzoek. 

Maar het systemisch werk toont meer dan eens aan, dat het zogenaamd corrigeren van ongewenst sociaal gedrag of het 'omleggen' van negatieve (ongezonde) overtuigingen naar zogenaamde gezonde gedachten, wel of niet met met behulp van medische ingrepen, niet per definitie een gezonder klimaat voor het sociale systeem oplevert. Zeker niet voor de lange termijn.

Overwerkte trauma's of de reeds vergeten historische gebeurtenissen van mensen lijken, ondanks individuele ingrepen, niet verloren te gaan voor volgende generaties of organisaties. Het frappante is, dat je dus wel mensen en objecten kunt verplaatsen maar het verschijnsel (de fenomenologische waarneming) dat zich voordeed daarmee niet kunt voorkomen.

Systemisch gezien spreken we dan van een zielsbeweging. Een verbonden dynamiek die weliswaar niet aan de oppervlakte zichtbaar zich voordoet maar wel zich doorzet zolang het niet is ontdaan of gezien van haar essentie en rol in het geheel. Niet alleen Hellinger, die door anderen dan hemzelf werd voorgehouden dit als nalatenschap van zijn voormalige priesterschap te zien, maar ook vele anderen hebben hiervoor geen beter woord dan de ziel van de beweging kunnen vinden. Wellicht de Aziatische en op meditatie gerichte beweging  hebben dit ook wel in verband gebracht met de Tao. Het (bewust)Zijn.

Tot Slot

Maar waar het werk en het fenomenologische uiteindelijk om gaat, is niet alleen het besef, dat we in dienst zijn genomen door iets groters dan onszelf, maar ook dat we niet alleen leven in een kwetsbaar ecologisch  systeem waar alles met elkaar samenhangt, maar ook dat we deel uitmaken van een kwetsbaar sociaal evenwicht dat meer en meer verbanden vertoont tussen mensen als samenlevingen dan geïsoleerde individuen. 

© AlfaOmnia